Psychoanalyse

Een belangrijk uitgangspunt van de psychoanalyse is dat vooral onbewuste aspecten van de belevingswereld ervoor zorgen dat iemand zijn/haar gedrag en functioneren niet kan veranderen, ook wanneer voor betrokkene zelf duidelijk is dat dit een aanzienlijke verbetering zou inhouden. Onbewuste factoren houden iemand dan gevangen of maken verlamd, hetgeen leidt tot ernstige gevoelens van inadequaat zijn en psychisch lijden. Het “onbewuste”  is niet een locatie in de menselijke geest, maar bestaat uit:

  • overtuigingen over relaties en over onszelf die zulke vroege wortels hebben dat we ons niet eens realiseren dàt en hoe ze ons bepalen;
  • een vervormende omgang met de realiteit, waarbij we zonder het te merken de realiteit aanpassen aan onze verlangens, fantasieën, strevingen, en aan (soms te strenge) geboden en verboden van het geweten;
  • ervaringen, gedachten en gevoelens die zo pijnlijk en traumatisch waren of zijn, dat we ze eigenlijk niet durven denken en onder ogen zien en waarbij onze vermijding zorgt voor extra problemen en klachten, zonder dat het verband hiertussen duidelijk is.

Psychoanalyse richt zich dus op denkprocessen die zich aan onze eigen waarneming en bewustzijn onttrekken en die daardoor niet toegankelijk zijn voor onze ‘gewone’ manieren van probleemoplossing. Met vallen en opstaan en dankzij het werk van diverse generaties psychoanalytici is een behandelmethode ontwikkeld, die erop gericht is om bovengenoemde onbewuste inhoud en denkprocessen wèl binnen het bereik van het bewuste denken te krijgen, waarmee de problemen dan ook bewerkbaar worden.

De psychoanalytische behandelmethode kenmerkt zich door een hoge intensiteit (3, 4 of 5 zittingen per week); de patiënt ligt meestal tijdens de zitting (om zich optimaal op zijn innerlijke belevingswereld te kunnen richten) en de psychoanalyse kent een langere behandelduur (gemiddeld 5 jaar). Dat lijkt misschien erg veel, maar psychoanalyticus en patiënt moeten eigenlijk de ‘taal van het onbewuste’ van de betrokken patiënt gaan leren lezen zonder dat er een woordenboek beschikbaar is. De analyticus heeft door zijn uitgebreide opleiding en training wel ‘gereedschap’ ontwikkeld om de taal van het onbewuste te duiden en om de patiënt daar zodanig bij te betrekken dat hij/zij zichzelf beter gaat begrijpen, minder gevoelens en gedachten hoeft weg te maken en daardoor vrijer en meer adequaat met de realiteit kan omgaan.

Een psychoanalyse is dus een grote investering, die vooral de moeite waard is bij ernstig en langdurig psychisch lijden. Het gaat meestal om patiënten die al veel zelf geprobeerd en gelezen hebben, vaak een therapie achter de rug hebben en toch onvoldoende vooruitgang ervaren.